U herkent het ongetwijfeld: er moet een rooster gebouwd worden en u moet kiezen. Welke afdeling gaat er als eerste in? Zou mijn clusterschema nóg beter worden als ik mentoraatlessen niet meecluster? Moet ik dat pijnpunt in het rooster van docent x na de plaatsing van havo 4 en 5 accepteren en verder gaan, of doorzoeken naar een oplossing?
Elke roostermaker heeft een eigen plek in het roostermakers-spectrum. Het ene uiterste is type 1: de perfectionist. Die analyseert tot op het bot, stopt hele dagen in het beredeneren wat de beste lessenverdeling is en overweegt alle varianten zorgvuldig voordat er één les geplaatst wordt. Type 1 heeft altijd tijd tekort.
Het andere uiterste is type 2: de voortvarende. Hij of zij giet de lessen er zo snel mogelijk in om daarna Atlas te laten optimaliseren. De redenering is dat als je die lang genoeg laat draaien de oplossing optimaal is. Heel precies clusteren is aan type 2 niet besteed, uiteindelijk weet je toch nooit hoe het gaat uitpakken.
En wie heeft er gelijk? Type 1 onderschat het probleem, want je kúnt nooit alles voorzien. Er zijn veel te veel factoren die met elkaar samenhangen, het is zinloos eindeloos op je clusterschema’s te ploeteren, want er is geen enkele garantie dat de ‘beste’ schema’s in hun onderlinge combinatie ook het beste rooster opleveren.
Type 2 onderschat het probleem ook! De zoekruimte is zo gigantisch groot dat je eerste plaatsing héél erg bepalend is voor je eindresultaat. En het is dus wel degelijk nuttig enige analyses toe te passen, en elke stap bewust te maken.
Wat is wijsheid? Allereerst: je bewust zijn van je plek in het roostermakers-spectrum. En vervolgens soepel door dat spectrum heen en weer te bewegen en niet op één paard te wedden.
In het hart van de software zitten automaten die ook ieder een andere plek in hetzelfde spectrum hebben. In de samenwerking van al die verschillende karakters schuilt een heleboel kracht. Ik kan u verzekeren dat er nog altijd hard gezocht wordt bij Zermelo naar verbetering van deze collectieve kunstmatige intelligentie. Want roosters kunnen altijd beter.
Voor Formatie geldt dat overigens ook, we hebben een mooie formatiemodule bij Zermelo al hebben ze daar bij de formatie in Den Haag niet zo veel aan. Maar reken maar dat ze daar wél minstens zo veel met een spectrum aan karakters te maken hebben. De doortastende sloddervossen die veel te veel open eindjes laten slingeren aan de ene kant, en de pietjes precies die elk detail op orde willen hebben zodat er geen garen van de klos komt aan de andere kant.
Wij hebben een tip voor alle verkenners en informateurs: laat ze eens proberen een rooster te maken van een v.o. school! Het is zo leerzaam om geconfronteerd te worden met de zwakke plekken in de strategie waarmee je gewend bent om problemen op te lossen. Je roosterresultaten geven je meedogenloze feedback en dat is toch best handig voordat je kiezers het doen.
Zoek je eigen wijsheid en pas op voor eigenwijsheid.
Ik wens u een heel mooi 2024!
Bernard van Kesteren, januari 2024