Overslaan naar hoofdinhoud

Stappenplan clusteren (basis gebruikers) - Artikelen / Roosteren / Clusteren en indelen - Zermelo Support

Stappenplan clusteren (basis gebruikers)

Lijst van auteurs

Hier vindt u een stappenplan dat u kunt gebruiken als u gaat clusteren. We behandelen de standaard volgorde en werkwijze. Een uitgebreide handleiding kunt u hier vinden.

  1. Oude verzamelingseisen verwijderen
    Contoleer vooraf of er nog oude verzamelingseisen aanwezig zijn en verwijder deze.
    U doet dit bij  Roosteren +herindelen > Groepenschema > Verzamelingseisen 

  2. Instellingen in het  Afdelingsoverzicht
    Controleer de instellingen van Standaard minimale groepsgrootte als % van de optimale groepsgrootte (de advieswaarde is 20%)
    Controleer de instelling van de standaard maximale afwijking van de optimale groepsgrootte (de advieswaarde is 10)
    Het afdelingsoverzicht vindt u bij Roosteren +herindelen:
     

  3. Blokkadedrempel bij docenten
    Phoenix houdt in principe alleen rekening met blokkades van docenten. De drempel in Phoenix staat daarom standaard op 800.000 strafpunten. U kunt deze eventueel verlagen als u meer rekening wilt houden met voorkeursdagen.  De blokkadedrempel vindt u in Phoenix bij:
     
  4. Rekening houden met mentoraat
    Moeten leerlingen les krijgen van hun mentor? U kunt gebruik maken van de mentoraatcontrole of u maakt de verzamelingseisen zelf aan.

  5. Veel pseudoklassikale stamklassen?
    Als er veel vrijstellingen zijn bij klassikale vakken, wilt u waarschijnlijk pseudoklassikale stamklassen maken in het scherm van Groepen en Lessen.  Als dit er veel zijn, doet u er verstandig aan eerst te clusteren en te roosteren. Alle deelverzamelingen vormen namelijk een behoorlijke belasting voor met name Phoenix.  De vrijstellingen en daarmee de pseudoklassikale stamklassen regelt u wel voordat u de koppeling met het administratiesysteem maakt.

  6. Clustervakken niet meeclusteren
    Zijn er vakken die niet geclusterd moeten worden? Denk aan 1 uursvakken of vakken die eigenlijk onderdeel zijn van ander vak. Bijvoorbeeld Kua en  Kubv, Kudr, Kumu. Met de rechtermuisknop op het clustervak kunt u aangeven dat een vak niet geclusterd wordt.

  7. Leerlingen met laag prognosegetal negeren
    Leerlingen die een kleine kans hebben om uiteindelijk in de afdeling terecht te komen, kunt u tijdens het (proef)clusteren misschien beter negeren. U kunt deze leerlingen in beeld krijgen door een extra kolom in het leerlingoverzicht aan te maken.  
    Phoenix > menu Weergave > Extra kolom leerlingoverzicht
    Phoenix > menu Weergave > Weergave extra kolommen (kans)
    Vervolgens kunt u de leerlingen die een laag kans percentage hebben op sprokkelen zetten

  8. Minimaal aantal clusterlijnen controleren
    In het leerlingoverzicht kunt u sorteren op de kolom met minimaal aantal lijnen. U ziet nu snel of er leerlingen met een incompleet vakkenpakket zijn of leerlingen met extra vakken. Voor de laatste groep is het wellicht mogelijk te sprokkelen. Dit kan een clusterlijn schelen



  9. Maak zelf clustergroepen identiek aan een stamklas
    Bijvoorbeeld groepen met docenten die slecht beschikbaar zijn. Vergeet deze identiek gemaakte clustergroepen niet te fixeren, zodat de automaat dit intact laat.

  10. Instellingen Enkelvoudig en Standaard
    Bij de clustervakken start u met de instellingen Enkelvoudig en Standaard om het aantal configuraties in het begin te beperken.  Pas als er een schema is, kunt u Meervoudig aanzetten en eventueel nog later ook Speciaal.


  11. Schema maken
    U bent nu zover om Phoenix (met of zonder Atlas) een eerste schema te laten maken.


  12. Extra schema instellingen
    Lukt het Phoenix niet om een schema te maken? Met de knop <Schema instellingen> kunt u aangeven dat Phoenix eventueel een extra lijn mag aanmaken. Of u geeft aan dat een aantal leerlingen in aanvang niet in gedeeld hoeven te worden.

  13. Schema optimaliseren en maximaal klassikaal maken
    Atlas zal met regelmaat naar klassikale clustergroepen zoeken. Dit wordt afgewisseld met het verder optimaliseren van het clusterschema. Maakt u geen gebruik van Atlas? Wissel dan zelf steeds af tussen optimaliseer schema en maximaal klassikaal.
    Om te voorkomen dat Phoenix onnodig alle groepen afgaat bij het maximaal klassikaal maken,  fixeert u de ongeschikte clustergroepen. Dit zijn groepen met een beperkt aantal leerlingen.
    Phoenix > Maximaal klassikaal >
     
  14. Instellingen Meervoudig en Speciaal
    Zodra er een schema is, kunt u bij relevante vakken de instelling Meervoudig aanzetten. In een later stadium ook eventueel nog Speciaal.

  15. Leegloop proberen te minimaliseren
    U kunt per clusterlijn aangeven of u de leegloop wilt minimaliseren.


  16. Roosterplan binnen Phoenix
    In Phoenix zelf kunt u ook alvast het roosterplan inzien. Zodra u het roosterplan in Phoenix opent ziet u naast de clusterlessen, de lessen van de klassikaal gemaakte clustergroepen en de klassikale lessen. Mogelijk kan een aantal restclusters gunstig geplaatst worden en worden er posities gewonnen. De roosterbreedte kan dus lager zijn dan uw clusterschema in eerste instantie aangeeft! Mogelijk is de roosterbreedte voor andere tijdvakken lager/hoger dan tijdvak 1. Dat kunt u ook  zien in het roosterplan van Phoenix

  17. Eerst alle afdelingen clusteren
    U clustert eerst alle clusterafdelingen en gaat daarna pas starten met het plaatsen van de lessen

  18. Roosteren  met het roosterplan
    Het plaatsen van  de geclusterde afdelingen doet u met het roosterplan, ook weer afdeling voor afdeling. U kunt met de rechtermuisknop kleuren toewijzen obv clusterlijnen om de gelijktijdigheden goed zichtbaar te maken.